Interview
“Als je het niet probeert, weet je het nooit”
10 juli 2025
Interview en tekst: Twan Driessen en Thea van Lotringen
In gesprek met Willem Rooijakkers
Van softijs tappen tot werken in een lunchcafé: Willem Rooijakkers uit Eindhoven vertelt enthousiast over zijn jarenlange ervaring in de horeca, de bijzondere gebeurtenissen als eigenaar van een traiteurzaak en de voldoening die hij haalt uit het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking. Hij is de drijvende kracht achter het lunchcafé in de Huiskamer van ’t Mozaïek, een plek waar gastvrijheid en sociale betrokkenheid hand in hand gaan.
Willem stelt zich voor
“Ik ben Willem Rooijakkers, 56 jaar en kom oorspronkelijk uit Eindhoven. Twaalf jaar heb ik eigen traiteurszaak gehad; broodjes, maaltijden en een kleine lunchroom erbij. Daarna heb ik nog eens twaalf jaar als bedrijfsleider gewerkt bij een horecagelegenheid op de markt in Eindhoven: hotel, café, restaurant. Toen nam ik een pauze. Een periode waarin ik mij serieus ben gaan afvragen: wil ik eigenlijk nog wel in de horeca blijven? Niet veel later werd ik gevraagd om bij Brownies & Downies aan de slag te gaan, en dat heb ik twee jaar gedaan. Daarna ben ik bij 't Mozaïek terechtgekomen, waar ik samen met cliënten van de Driestroom het lunchcafé draai."
Bijzondere buren
Willem heeft in zijn jaren in de horeca van alles meegemaakt. Een bijzondere gebeurtenis speelde zich af tegenover zijn oude lunchzaak in Eindhoven. Daar zat een wat louche café, Café Ons Peerke. “Ze hadden geen brievenbus, want alles was van kogelvrij glas. Ik was een keer twee weken op vakantie en gaf Peer de sleutel van mijn café, zodat ze via mijn zaak de krant konden pakken. Toen ik terugkwam, was mijn hele koelcel leeg. Alles weg! Ik liep naar Peer en hij zei: “We hadden un feestje en we zagen da'r nog kei veul bij jullie ston. Ik heb de bestelling al deurgegeven aon de Sligro, ze komme vanmiddag alles brengen,” lacht Willem: “Alsof het de normaalste zaak van de wereld was.”
Of die keer dat het personeel van Café Ons Peerke bij hem kwam lunchen: “Ik loop de keuken uit met borden vol eten en... niemand te zien. Bleken ze allemaal onder de tafel te zitten omdat de politie voorbijkwam.”
Willem lacht. “Ik zou een boek kunnen schrijven over wat ik daar allemaal heb meegemaakt tijdens mijn werk.”
Je werkt al tientallen jaren in de horeca, zit het dus in je bloed?
“Ja letterlijk zelfs, mijn vader had vroeger al verschillende cafetaria’s in Eindhoven. Als jochie van dertien, veertien stond ik al softijsjes te tappen. Zo is het eigenlijk begonnen. Ik heb de MDGO-CCD gedaan, een opleiding gericht op koken en serveren. Maar ik ben vooral een praktijkmens. Je leert pas echt wanneer je ermee aan de slag gaat.”
Wat vind je het mooiste aan het werk in de horeca?
Willem zegt lachend: “Het contact met mensen. Gewoon gezellig, niet te hoogdravend. Zorgen dat mensen met een glimlach naar buiten lopen. Een goede maaltijd serveren, daar draait het om. Dat iemand zegt: ‘Dat was lekker.’ Dan is mijn dag geslaagd.”
Hoe is de overgang geweest van commerciële horeca naar een plek als 't Mozaïek?
De hectiek van een eigen, commerciële zaak trok mij niet meer en ik wilde wat anders. Wat ik nu doe, voelt echt goed: ik kan iets voor anderen betekenen en heb rust en ruimte voor mezelf. Het is echt een andere tak van sport. Ik heb in de commerciële horeca geleerd meters te maken, maar hier draait het om mensen. Nu werk ik samen met cliënten van de Driestroom en dat vind ik het mooie: dat je écht iets voor iemand kunt betekenen. Natuurlijk moet de kassa rinkelen, maar dat is niet mijn hoofddoel. Ik wil vooral een plek bieden waar mensen zichzelf mogen zijn en kunnen groeien.”
“Mijn vriendin is soms verbaasd over mijn geduld tijdens het werk, maar het kost mij geen moeite. Privé daarentegen …”
En dat begeleiden van mensen met een beperking, hoe gaat dat in de praktijk?
“Ze hebben vaak veel meer mogelijkheden dan beperkingen. Ze mogen bijna alles van mij, behalve aan de snijmachine komen. Als het rustig is, leren we ze broodjes maken of bestellingen opnemen. Vaak komen ze binnen als een verlegen vogeltje, en gaan ze naar huis als een trotse pauw. Dat geeft zó veel voldoening.”
Kun je een voorbeeld geven van zo’n succesverhaal?
“Zeker. Er was een meisje waarvan men dacht dat zij niet geschikt was voor het lunchcafé. Maar ik zei: ‘We hebben het nog nooit geprobeerd, dus hoe weten we dat?’ Zij komt nu eens in de twee weken helpen. Zij praat niet veel, maar zegt wel keurig ‘eet smakelijk’ bij het uitserveren. Je ziet haar groeien. En als je durft te investeren in iemand, dan groei je allebei: zij in haar zelfvertrouwen, en ik als begeleider. Dat maakt het zo bijzonder.”
Werk je alleen of heb je een team om je heen?
“We hebben elke dag twee cliënten en een vrijwilliger in het lunchcafé. In de keuken staat iemand de lunch maakt voor de mensen van de Driestroom die op andere plekken binnen het Mozaïek werken, zoals in de winkel of de bakkerij. Deze kan aan de hand van lijsten met picto’s goed zelfstandig werken. De vrijwilligers die zorgen voor rust en continuïteit. Ze hebben een goed gevoel bij de doelgroep, en dat geeft rust op de werkvloer. Als ik alles alleen moest doen, was het rennen en vliegen. Nu kan ik me meer richten op de cliënten.”
“Mijn moeder zei altijd: ‘Wat je ook kookt, als je ingrediënten bij elkaar doet die je zelf lekker vindt, kan het nooit mislukken”
Hoe zorg je ervoor dat er voldoende klanten komen?
“Sociale media zijn belangrijk. Elke maandag stuur ik een nieuw soepje en broodje van de week via de marketing, zij posten het op Facebook. Mond-op-mondreclame doet ook veel. Het is ook belangrijk om je te onderscheiden met de gerechten. Een lekkere tomatensoep verkoopt als een tierelier, maar ik zorg vaak voor een bijzonder lunchgerecht zoals bijvoorbeeld een courgette burger. Ik werk veel met groenten en wil na de vakantie nog een nieuw vegetarisch gerecht op de kaart zetten. Je moet vernieuwen, maar ook realistisch blijven. Het moet speciaal blijven, maar ook betaalbaar. Een salade carpaccio van zestien euro? Die kun je overal krijgen, dan gaan mensen ergens anders lunchen.”
En buiten je werk, wat doe je graag?
“Ik kook thuis en speel wat Wordfeud. We hebben een tuin vol vogels en egels, en daar kan ik echt van genieten. En twee konijnen: Truffel en Filou. Filou betekent ‘deugniet’ in het Frans, en dat ís ze ook. Die glipt zo naar boven als je even niet oplet.”
Gastheer en mentor
Na drie kwartier bedanken wij Willem voor het leuke gesprek.
De vriendelijke Brabander straalt kalmte uit en lijkt helemaal op zijn plek te zijn in de sociale sector.
Hij heeft de tijd voor ons genomen, zoals hij dat ook doet voor de cliënten van de Driestroom. Voor hen is hij een mentor en voor de bezoekers een gastheer. Zijn passie voor koken en het werken met mensen brengt hij samen in het lunchcafé van ’t Mozaïek.
Nieuwsgierig? Kom dan een keer langs. Dan zie je gelijk welk vegetarisch gerecht er na de vakantie bij is gekomen.
In de Huiskamer van ’t Mozaïek kun je tussen 11:00 en 14:00 uur terecht van maandag tot en met vrijdag voor een smakelijke lunch, verzorgd door mensen die trots zijn op wat ze maken.
Neem een kijkje op de menukaart via:
👉 www.tmozaiek.nl/lunchmenu