“Stilzitten is niks voor mij”
Tweeluik: deel 2
3 april 2025
Interview: Twan Driessen
Tekst: Twan Driessen en Thea van Lotringen
De Voedselbank: méér dan een voedselpakket
Naast haar werk voor Wijchen Gezond is Ernie Drissen ook voorzitter van de Voedselbank in Wijchen. Via Stichting Leergeld kwam zij in aanraking met gezinnen in armoede. Tijdens een raadsvergadering werd ze benaderd door een vrijwilliger van de Voedselbank. Dat leidde tot haar betrokkenheid, eerst als bestuurder en later als voorzitter.
Twan: “Heeft het werk bij de voedselbank met je eerdere werk bij Wijchen Gezond te maken?”
Ernie: ”Absoluut, als je de vier pijlers van positieve gezondheid pakt, zie je hoe erg het samenhangt. Doordat er weinig geld is, zijn sociale relaties moeilijker te handhaven. Even een drankje doen of iemand uitnodigen mee te eten kost geld. Voeding is ook ingewikkeld, omdat kwalitatief goede voeding duur is. Voor bewegen val je al snel terug op sportverenigingen en een doel in je leven wordt lastig als je al stress hebt om rond te komen.”
De weg naar een voedselpakket
Ernie steekt van wal: “De oprichting van de Voedselbank had als oorspronkelijke reden om verspilling tegen te gaan. Geef het dan aan mensen die het hard nodig hebben.”
Twan: “Hoe kom je in aanmerking voor de voedselbank?”
“Je komt in aanmerking voor een voedselpakket na een screening van je financiën. Je leefgeld (het geld dat overblijft na aftrek van alle vaste lasten) mag maximaal € 325 per maand voor één persoon zijn. Overigens is een voedselpakket een aanvulling op je normale boodschappen en is bedoeld voor gemiddeld zo’n 3 dagen per week,” vertelt Ernie. Alleen in Wijchen zijn er al 22 vrijwilligers werkzaam bij de Voedselbank, zo groot is het geworden. Ernie verbaast zich erover dat dit belangrijke werk überhaupt nodig is en volledig door vrijwilligers wordt gedaan. “Dat is toch vreemd?” zegt ze.
Feiten en cijfers
Inmiddels wil ik alles horen en vraag ik door: wat valt de laatste tijd verder op?
Ernie: “Verder zien we de laatste tijd steeds meer werkenden die voedselpakketten aanvragen. Inmiddels moeten al zo’n 110 gezinnen een beroep op ons doen. Het aantal afnemers blijft de laatste jaren wel stabiel, ondanks coronatijd en inflatie.”
Twan vraagt: “Hoe komen mensen dan bij jullie?”
“Mensen komen vaak via hulpverlening bij de Voedselbank vanwege financiële problemen”.
Tijdens ons gesprek valt de passie van Ernie op — ze praat met zoveel bevlogenheid. Haar trots is zichtbaar bij de hoogtepunten die ze noemt, en haar betrokkenheid voel je vooral wanneer ze spreekt over armoede.
Steeds minder voedsel over: hulp blijft nodig
Voedsel verkrijgen wordt steeds lastiger. Supermarkten gaan efficiënter om met hun voorraden, de bekende ‘bijna over de datum’-bakken. Gelukkig helpen lokale acties: twee keer per jaar staan we bij de supermarkten en vragen we mensen om iets extra’s te kopen om te doneren, voor bij het aanvullen van de voorraden. Groente en fruit worden vers ingekocht, mede dankzij grote giften van een aantal sponsoren.
Misverstanden en vooroordelen: De gezichten achter de cijfers
Twan “Er zijn nogal wat vooroordelen over de afnemers van de voedselpakketten (roken, veel huisdieren, grote televisie) in hoeverre kloppen die?”
Ernie geeft aan dit een gevaarlijke vraag te vinden en legt uit door wat voor soort omstandigheden mensen in de schulden raken. Ze geeft een voorbeeld: Als mensen aankloppen bij de Voedselbank is er iets gebeurd in hun leven waardoor ze hulp nodig hebben. Ze hadden die hond al en misschien rookten ze ook al. “Die hond doe je dan niet zomaar weg,” zegt ze. Vaak hebben mensen pech op pech op pech!
Een ander voorbeeld: een echtpaar met een bedrijf in de autobranche kwam bij ze terecht. Een doodnormaal gezin met 2 jonge kinderen. Het bedrijf gaat slecht; de man gaat geld lenen, terwijl mevrouw van niets weet. Er dreigt faillissement; uiteindelijk moest het bedrijf verkocht worden. Er komt onenigheid, meneer loopt weg en mevrouw wordt geconfronteerd met de helft van een grote schuld die op het bedrijf zit. Het bedrijf werd opgedoekt en het huis werd verkocht. In haar nieuwe huurhuis leek alles in orde — een net huis vol met mooie meubels. Maar die spullen had ze al. Voor dagelijkse uitgaven, zoals eten, was er geen geld meer. Juist dit soort verhalen laten zien hoe snel iemand buiten zijn of haar schuld om in armoede kan belanden.
En ja, mevrouw rookte, maar juist bij stress is die sigaret juist belangrijk.
80 procent van de afnemers van de Voedselbank komt uit dit soort situaties. De andere mensen die ze ziet zijn mensen met bijvoorbeeld een vorm van cognitieve beperking, veel van hen redden zich niet in deze wereld. Verder ziet Ernie enkele mensen met een verslaving of mentale problemen, mensen die het echt niet meer op een rij krijgen. Ze zijn van alles en iedereen afhankelijk. Ernie vertelt: “Als je dit werk doet, kom je allerlei hoeken van de maatschappij tegen.”
Door de gesprekken die ze voert met iedere afnemer van de Voedselbank is het Ernie duidelijk geworden dat het werk veel verder gaat dan voedsel uitdelen. Na de intake voeren een tweetal vrijwilligers van de Voedselbank ook een jaarlijks gesprek met iedere afnemer. Ze kijken of ze meer kunnen betekenen dan het ondersteunen met voedsel.
“Over de datum”
Zoals er misverstanden zijn over de gemiddelde afnemer van de Voedselbank, klopt het beeld ook niet dat men denkt dat de Voedselbank eten uitgeeft dat over de datum is. Ernie stoort zich hieraan en is blij de ruimte te krijgen om dit soort misverstanden uit de wereld te helpen.
“Er wordt weleens gedacht dat we eten geven dat over de datum is, maar dat klopt écht niet,” benadrukt ze. “We letten daar streng op en we worden ook regelmatig onverwacht gecontroleerd op voedselveiligheid. Alles wat we uitdelen, voldoet aan de voedselveiligheidsregels. Voedsel uit blik of pot mag langer gebruikt worden dan de uiterste verkoopdatum en vlees wordt gestickerd op datum van invriezen en mag daarna nog 3 maanden worden geconsumeerd.”
Wat valt je verder nog op?
“Bijna iedereen heeft een uitkering. Er hoeft maar iets kleins te gebeuren en je maakt schulden omdat je geen reserve hebt, bijvoorbeeld onverwachte ziektekosten. Als dat gebeurt dan kom je haast niet meer uit de schulden. Je komt in een vicieuze cirkel. Eigenlijk zijn we als voedselbank noodhulp voor 3 jaar, maar het gebeurt dat mensen veel langer hulp nodig hebben, wat de uitzichtloosheid van de situatie laat zien.”
Inkomsten
De Voedselbank ontvangt een subsidie voor de huur van de locatie. Voor iedere extra euro moeten ze actief lobbyen. De exploitatiekosten - denk aan transport, opslag, verzekeringen - kunnen ze alleen betalen dankzij giften van particulieren, kerken en bedrijven. Die steun is echt onmisbaar voor hun werk. Ook meer verse groente en fruit kunnen we betalen uit extra giften.
Heb je nog ambities Ernie?
Heeft Ernie nog ambities? Ze lacht: “Ik zing met veel plezier in een popkoor, dat is pure ontspanning! Verder wil ik vooral actief blijven. Stilzitten is niks voor mij.”
Ze kookt graag — het liefst Indonesisch — en geniet van haar tuin, een plek van rust en ontspanning. Ernie is blij dat ze door haar inzet veel mensen in Wijchen heeft leren kennen. Ze waardeert de saamhorigheid in het dorp. “Ik hoef maar te bellen en mensen staan klaar. Dat is iets moois.”
Hoewel ze het zelf niet zegt, spreekt alles in haar houding boekdelen: Ernie is iemand die altijd voor een ander klaarstaat. Een echte kracht in de gemeenschap van Wijchen.
We bedanken Ernie voor haar tijd en haar mooie verhaal. Wat een inspiratie!